Hoeve Op den Dries ligt ten westen van kasteel Terworm. Het complex van De Dries is omgeven door een dichtgeslibd of drooggelegd grachtenstelsel om een adellijk herenhuis. De geschiedenis van dit kasteel gaat terug tot in de 14e eeuw. In de 18e eeuw verviel het tot boerderij en is nu geheel verdwenen. Wat er nog staat is een deel van de ernaast gebouwde kasteelboerderij.

De hoeve is tussen 2018 en 2020 gerestaureerd en wordt verhuurd als recreatieverblijf.

Tussen Hoeve Op den Dries en kasteel Terworm heeft een zwembad gelegen. Daarvan is nog een poel overgebleven.

Kasteel Terworm met kasteeltuin.
Terworm was een Keur-Keuls-leen ( eigendom van de bisschop van Keulen), dat in 1467 in handen was van Jan Judenkopf van Strijthagen. In de jaren 1669-1670 werd er een kasteel gebouwd door Hans Willem van Wylre. Vóór die tijd moet er echter ook al een gebouw gestaan hebben, want in de archieven is in 1561 sprake van ”huis en hof zo der Worm”. In 1738 kwam het in bezit van de familie Van der Heyden, genaamd Belderbusch. In 1826 ging het over naar Charles de Böselager en daarna kwam het via huwelijk in het bezit van de familie De Loë die het op hun beurt in 1917 verkocht aan de Oranje Nassau Mijnen.
Het kasteel werd in 1891 afgebroken en in zijn huidige gedaante herbouwd door Otto Napoleon de Loë. In juli 1997 begon Van der Valk, als eigenaar, in samenwerking met de gemeente Heerlen, met de restauratie van het complex, waarin toen nog tien mensen woonden. De totale kosten bedroegen 15,5 miljoen gulden, waarvan 8 miljoen voor rekening van Van der Valk, 1,5 miljoen voor de gemeente, 1,5 miljoen kwam uit het Europees Fonds voor de regionale ontwikkeling en 4,5 miljoen rijkssubsidie. Na de restauratie werden er 41 luxe hotelkamers (4 sterren) gerealiseerd, een restaurant met keuken voor 80 personen en een vergaderzaal voor 25 personen. De totale herbouw duurde anderhalf jaar.
Het kasteel is aan de kant van de hoeve bereikbaar via een brug uit 1848 en aan de oostzijde via een gemetselde brug uit 1891.
De naam Terworm is waarschijnlijk afkomstig van de rivier de Worm.
De heren van Terworm kochten tussen 1750 en 1850 de omliggende landerijen, waardoor het mogelijk werd het landschappelijke karakter van het gebied te behouden.

Toegangspoort tot de hoeve bij het kasteel en de binnenplaats met terras.
De U-vormige hoeve is gebouwd van baksteen. Aan de binnenplaats zijn de jaarankers 1670 te zien. De westvleugel blijkt volgens de jaarankers in 1716 gebouwd of verbouwd en de zuid vleugel in 1718. De vernieuwde noordvleugel bezit een steen met opschrift 1621 en de wapens van Van Beulardt zu Beulaerdtstein-Van Eynatten Reymersdal (afkomstig van de hoeve Eyckholt).

Ongeveer naast de toegangspoort bevindt zich een kruis. Dit kruis stond allereerst op het graf van de echtgenote van baron Otto Napoleon de Loë aan de Akerstraat. Hij heeft het kruis vervangen door een gedachteniskapel. Bij de laatste verbouwing van het kasteel heeft men het aldaar gevonden kruis gerestaureerd en tegen de zijmuur van het kasteel geplaatst.

Op de binnenplaats staat een kunstwerk: “De Drie Deugden” (Schoonheid, Goedheid en Vruchtbaarheid)van Wu Ching Ju (Michelle Wu), onthuld bij de opening na de verbouwing 15-07-1999.

Op het terras van het restaurant staat nog een kunstwerk: ”De baron-de Kunstenaar-de Jachtopziener” resideerden in een rijk verleden op Kasteel Terworm, Ru de Vries, maart 2000.

Aangezicht, Pepe Gregoire

In 1862 werd er de Franse, of Rococo-tuin aangelegd door L. Fuchs uit Brussel.
De kasteeltuin van nu is een in 2002 voltooide kopie van de oorspronkelijke.
Op een bord bij de kasteeltuin staat uitleg:
Toen graaf Vincent van der Heyden-Belderbusch in 1787 zijn Franse tuin opende, kon hij niet bevroeden dat ruim twee eeuwen later zijn tuin volledig in ere zou worden hersteld. Tot een paar jaar geleden was er van zijn lusthof niets meer te zien. De tuin van weleer was door de eeuwen heen veranderd in een weiland. Restanten van de twee ingangszuilen waren de enige zichtbare sporen uit een roemrucht verleden. Aan de hand van opgravingen en een archeologisch onderzoek is de Rococotuin op de centimeter nauwkeurig gereconstrueerd. Dat hiervoor zelfs de Geleenbeek weer terug naar haar oorspronkelijke stroomgebied werd verlegd is slechts een detail, maar geeft wel aan hoe groot deze klus is geweest. Dankzij de steun van de overheid en het bedrijfsleven is na de restauratie van het kasteel weer een mijlpaal bereikt in het totale herstel van Landgoed Terworm. De tuin is vrij toegankelijk en de Oranjerie is een favoriete trouwlocatie.

De gereconstrueerde kasteeltuin is op 15 juni 2003 officieel geopend door Drs. A.B. Sakkers, burgemeester van Heerlen.

Vrouw op bank, Christel Lechner.

De bevroren fontein in de winter van 2009-2010 en zicht op de bevroren gracht om het kasteel, dat in de sneeuw baadt.

Bereklauwen bij het kasteel langs de Geleenbeek. Ze kunnen 2-3 meter hoog worden. Het zijn exoten, uit het buitenland afkomstig. Deze planten moeten volgens overheidsbeleid met wortel en tak worden uitgeroeid, omdat ze alles overwoekeren en bij aanraking zeer pijnlijk zijn.

Houten vogels bij het kasteel: Specht en uil – mei 2020

De toegangsweg naar het kasteel heet ook Terworm.

Motel Van der Valk werd geopend in 1979.

Herbouw van het hotel na een brand in januari 2016  /  Het herbouwde Van der Valk hotel 2017

Muurschilderingen op de wanden van het viaduct bij Van der Valk door James Jetlag.

Hoeve Gitzbach komt al ca 1140 voor onder de naam ”Wolfsbroek”. Het kwam tussen 1729 en 1739 bij de goederen van Ter Worm. De hoeve is genoemd naar één van de adellijke families die ooit het kasteel bewoonden. De naam‘Gitzbach’  komt van ‘Gieszbach’, een snel stromende beek.

Hoeve Prickenis stamt uit 1381.
Ook dit was eens een belangrijk kasteel met uitgebreide gebouwencomplexen, omgeven met grachten, vijvers en landerijen. Uiteindelijk ging het, na aankoop door Baron De Loë, tot de goederen van Terworm behoren.

Hoeve De Struyver, gelegen tussen Prickenis en Ten Esschen, is de opvolger van de kasteelboerderij De Struiver, die tot in de 17e eeuw noordelijker in het Geleendal lag. De gebouwen van de huidige hoeve dateren uit de 17e tot de 20e eeuw. De buitengevel van het woonhuis is van 1742. De naam De Struiver is terug te vinden tot het jaar 1381. De hoeve is goed waarneembaar vanaf de A76 aan de linker kant in noordelijke richting.

h6r6-r04 Esschenderweg

Hoeve Ten Esschen 26 is grondig gerestaureerd en de oorspronkelijk gewitte muren zijn schoongemaakt, waardoor zichtbaar is geworden dat delen van het woonhuis in Kunradersteen zijn uitgevoerd.

De naam ‘Ten Esschen’ is afkomstig van de 17e eeuwse eigenaars van deze gemeenschap, de familie Van den Esschen. In de 17e eeuw waren mannen uit dit geslacht schepen in Heerlen en Hoensbroek.

h6r6-r05 Esschenderweg - Cenotaaf

Cenotaaf Ten Eschen. ( ‘cenotaaf’ is Grieks voor leeg praalgraf voor iemand wiens lijk men niet had, of die elders was begraven). Het is het oudste Heerlense wegkruis. In het middelste deel bevindt zich een schelpnisje uit 1767 met een piëta uit de 18e eeuw.
Het opschrift luidt: ”Bid voor die seelen in die vagevier anno 1767 CL”. CL staat waarschijnlijk voor ”Christum Laudate”, Looft Jezus Christus.

h6r6-r07 Esschenderweg

Zicht op de Esschenweg

h6r6-r06 Esschenderweg - Gedachteniskapel

Aan het begin van de Esschenweg staat een gedachteniskapel, 1948, opgericht door de bewoners van Ten Esschen uit dankbaarheid voor vrijwaring van oorlogsgeweld gedurende de Tweede Wereldoorlog.

h6r6-r08 Esschenderweg

Hoeve Berghof, Esschenweg 111, heeft boven de poort een (Maria)nisje. Aan de straat staan twee mergelstenen hekpeilers uit de 19e eeuw, resten van een vroegere statige oprijlaan.

De eerste woningen aan de Esschenweg. Het witte huis heeft nr.1

h6r6-r11 Esschenderweg ingeklemd tussen autowegen

Zicht op één van de twee autowegen waar Ten Esschen tussenin geperst ligt.